Uit de analen van de Zaansche Schilderskring, deel 1

Ursulien Bakkum


Op een rustige maandagmiddag stapt een lange man ons atelier aan de Groene Bark binnen.

“Ik ben Jakko Kabel, ik heb een paar spulletjes uit de nalatenschap van mijn vader. Hebben jullie hier wat aan?” Uit zijn fietstas vist hij twee vergeelde  boekjes met meer dan honderd  handgeschreven bladzijden over de beginjaren van onze 85-jarige vereniging Kunst na Kennis

 Een nieuwe naam


Na een half jaar werd de behoefte aan een vast atelier steeds nijpender. De voorzitter vond een geschikt pandje op Guispad 59 in Koog aan de Zaan.   Met vereende krachten werd de verhuizing gerealiseerd. Op 24 mei 1938 werd met algemene stemmen een nieuwe naam voor de vereniging   gekozen. We waren tenslotte een Zaansche vereniging. Het werd dus ‘De Zaansche Schilderskring.’ 

 In het jaar 1940 lukt het niet meer om de zaalhuur te betalen. De vereniging zit op zwart zaad! De tweede wereldoorlog is begonnen. Enkele leden   moeten in dienst, er zijn verschillende bedankjes. Is dit het einde van de Schilderskring ?

Sinds twee jaar ben ik de secretaris van deze club die werd opgericht op 4 Oltober 1937 onder de   naam"Kunst na Kennis", met als doelstelling: ontmoetingsplek en werkplek voor de beginnende en ervaren schilder. Het zaaltje van de Heer Maij werd gehuurd voor f 1,- 

Leden betaalden f 0,15 per maand. Jongeren en werklozen f 0,10.

In de beginjaren was het ledenbestand vrij constant, ongeveer 12 -14 personen. 

Daarnaast werden er donateurs ingeschreven die f 1,- per jaar betaalden.

In de boekjes wordt verhaald over zeer succesvolle tentoonstellingen van 1937 tot 1946.

Bladzijde na bladzijde verhaalt de trouwe secretaris A. Roos, hoe alles in die jaren georganiseerd werd.

Als huidige secretaris kan ik daar nog een puntje aan zuigen.                

 De verhuizing

 

De Heer A. Roos schrijft: Neen! Einde is het niet, de club leeft. Het gaat evengoed voort. Via De Zaanlander houden we contact met elkaar. Maar op 3 juni staan we voor een voldongen feit: ons gebouwtje wordt verhuurd aan juffrouw Loon. Welnu, op dinsdagavond beginnen vier leden met inpakken. Van de huurster mogen we alle spullen voorlopig op de zolder zetten. Met veel moeite krijgen we de zware kachel naar boven en als de kleden zijn opgenomen, stuift 

het nog wel een ‘beetje’ maar dat is niets vergeleken met de kachelpijpen. We lijken meer op schoorsteenvegers dan op schilders. De vloer van ons  gebouw is zijn gewicht in goud waard, want daar zit een klein luikje, waarin de inhoud van onze vuilnisbak, het stof, de kachelpijpen en nog een paar  dingetjes verdwijnen.

Vrijdag is gepland om alles naar Westzaan te brengen, de plannen blijken te optimistisch. De hoeveelheid huisraad overtreft onze stoutste  verwachtingen. We hebben een kar geleend , maar daar staat een vrachtje op, dat we eerst even in Zaandijk moeten afleveren.

Om half 8 gaan we op weg, om 8 uur zijn we er. De kar is loodzwaar! maar We hebben het klaargespeeld.


De Ruijter en Kaper gaan eerst naar het Molen-museum voor de tentoonstelling van Frans Mars.

Zij worden zo snel mogelijk opgetrommeld. We beginnen met de kachel en het dressoir. 

Kaper moet naar huis, met zijn drieën ploeteren we verder. Het hele trottoir staat vol met onze schamele inboedel. 

Ik denk dat de voddenboer er misschien een gulden voor geeft.

Als er toevallig een donateur langskomt, geeft hij misschien een beetje meer voor ons armoedzaaiers. Met de kar hoog opgeladen, zijn we om half 10 in Westzaan. Cees gooit onderweg een paar kachelpijpen in de sloot langs de Guisweg. De Ruijter moet ook naar huis, dus we zijn met zijn tweeën over.

Om half 11 komen we op de plaats van bestemming.

Daar moet alles in een roeibootje geladen en 200 meter verder gebracht. Na een paar kopjes thee van mevrouw Heinis, zetten we eerst de zware potten en kisten voorin en daarna  tillen we de kast erop. 

Maar O.. Heere.. Jee, wat ligt dat bootje diep. En er moeten ook nog drie man mee. 

Westzaners kunnen wel wat, maar de schrijver dezes heeft aardig in de rats gezeten. Piet moet roeien, Cees zit op de bodem en ik sta wijdbeens om de boot in evenwicht te houden. Piet pakt per ongeluk de rietkraag in plaats van het steigertje, met als enig gevolg dat de toestand nog even kritieker wordt. Als we terug varen staat de rest al achter het huis. Piet brengt het morgen bij stukjes en beetjes weg. Als we de kar wegbrengen is het pikdonker en slaat de klok al kwart over 11. Het is een Historische Uittocht en een Overweldigende Intocht geweest. Iedereen heeft keihard gewerkt, maar vooral onze voorzitter Cees Heinis die, als hij alle zweetdruppeltjes die hij heeft gelaten met dit harde werk had opgevangen, wel een vijvertje in zijn tuin had kunnen aanleggen.

         Onze eerste avond in de open lucht


 Door middel van de Zaankanter hebben we de leden meegedeeld dat we in de buurt van de meelfabrieken van Molenaar in Westzaan gaan om   molen ‘de Oranjeboom’ te schilderen. Om 9 uur ‘s avonds wordt het te koud om te zitten, daarom besluiten de overige leden een tochtje te maken   naar het zomerhuis van de heer Vis. Dit huisje, tussen de rietlanden, verscholen achter geboomte, is door de eigenaar verlaten. Daardoor is het   verwilderd en door kwajongens vernield. We zwemmen die avond heerlijk in de sloot en beleven avonturen die niet voor verhaling op deze plaats geschikt   zijn. Misschien kunnen we dit huisje als clublokaal krijgen? Helaas kan Cees Heinis de eigenaar niet opsporen.

De volgende dinsdag tekenen we weer de Oranjeboom. Om een uur of 9 stelt iemand voor om deze molen eens van dichtbij te bekijken. Zo  gezegd, zo gedaan, de Ruijter, Heinis en Roos gaan erop af. Cees vraagt zich af of we niet aan de eigenaar kan vragen om, bijvoorbeeld in een schuur, een clublokaal te maken. De molen is toch niet meer in gebruik. 

De heer Molenaar vertelt dat de heer Swart hierover moet beslissen. Deze man staat bekend om zijn warme hart, hij stelt meteen de hele molen tot onze beschikking. 

En zo staat de volgende dag in Zaanlander dat we een nieuwe plek hebben. Op zaterdag gaan van Oostveen, Heinis, de Ruijter en Roos aan het werk. En deze heren verrichten een geweldige klus. De Ruijter en Heinis halen alvast de spullen uit het dorp en ook een raam, terwijl Oostveen en Roos de molen van binnen uitstoffen. 

Wat we hier allemaal uitstoffen op één middag, hebben we zelfs in Zaandijk niet onder de bezem gehad. 

Stof, zaagsel, zand en marmerslijp plus natuurlijk spinnenwebben worden in grote hoeveelheden weggeveegd en men kan begrijpen dat het af en toe lijkt of de molen in brand staat, zulke wolken komen eruit. 

Na een week dat we avond aan avond werken, is alles ingericht. Een mooie lichte ruimte.


Opening van ‘t nieuwe atelier ‘De Oranjeboom’

Op dinsdagavond 11 juli 1940 is de opening gepland. 


Van verre staat de vlag van de Zaansche Schilderskring te wapperen op de molen.

Er komen veel mensen kijken. De wethouders Swart en Kollewaard, mevrouw van Leeuwen, de heer de Jong, de heer T. Rok, de andere eigenaar de heer Molenaar en andere donateurs. 

Daarbij de verslaggevers van de Zaanlander en het Zaans Volksblad.

Onze voorzitter Cees Heinis en de heer Swart houden een toespraak en ook mevrouw van Leeuwen en de heer Kok uit Krommenie.  Het is een prachtige avond geworden.  

Helaas heeft ons verblijf in de molen slechts kort geduurd. 

In de winter van 1940- 1941 is besloten om de molen te slopen. 

Het hout wordt gebruikt om de fabriek van Molenaars Kindermeel van brandstof te voorzien. 


    Uit de analen van de Zaansche Schilderskring, deel 2

    Ursulien Bakkum


Een zwervend bestaan

Was dit het einde van de Zaanse Schilderskring?

Neen, de schilderkring is nog springlevend. Na de oorlog in 1946, hebben we eerst, onder grote belangstelling, een tentoonstelling georganiseerd in Zaandam, waarin we ons oorlogswerk presenteerden. 

Vervolgens huisden we op verschillende plaatsen. Onder andere op een zolder in de Stationsstraatschool in Zaandam, een boerderij aan het Stuurmanspad, een pand aan het Kattegat, een kelder aan de Zuiddijk, een ruimte aan het Krimp, bij de leden thuis, de voormalige politiepost aan de Museumlaan in Koog aan de Zaan en nu in de Groene Bark in Zaandam. 

Het aantal leden is rond de 50 en de tentoonstellingen vinden plaats met Kerstmis in het Weefhuis. 


Bekende kunstenaars die de Zaanse Schilderskring voortgebracht heeft zijn: Klaas Bood, Pieter Groot, Aart Roos, Selma Timmerman en Jaap Stellaart.

Schilderskring 60 jaar


Op 4 oktober 1997 bestond onze Schilderskring 60 jaar. Het jubileum werd met veel aandacht kracht bijgezet. “Nu eens niet met een expositie van ons werk, want op dat ogenblik werden de mensen al zo’n beetje doodgegooid met exposities,” aldus Piet Soeters. We vierden het in eigen kring. De leden kwamen op zondagochtend bijeen in het atelier aan het Krimp, nummer 15. Na koffie en wat lekkers trokken we naar Amsterdam, voor een bezoek aan de schilderijenafdeling van het Rijksmuseum. “Daar hangt tenslotte het grote werken het leek ons leuk om daar eens gezamenlijk naar te kijken.”


Onze Kring is op 4 oktober 1937 opgericht onder de naam: “Kunst naar kennis.” En had toen voornamelijk leden in Westzaan, waar ook de werkruimte was in een molen. na enkele jaren werd de naam veranderd in “Zaanse Schilderskring.”

Het aantal leden was al jaren constant. “We waren met ongeveer 50 personen, nu eens wat meer, dan weer wat minder. In het algemeen werkte iedereen op zijn eigen manier. We gaven elkaar tips over hoe je iets moest aanpakken (net als nu). Daarnaast hadden we in die tijd veel aan Marin Zwikker. Hij was onze instructeur, de artistiek leider zogezegd. De bijeenkomstenwaren op dinsdag- en woensdagavond en ook op dinsdagmiddag.

In de eerste jaren van het bestaan gingen de leden van de kring regelmatig op de fiets naar exposities in Amsterdam. Het atelier was in 1997 al een jaar of vijf op het Krimp. Daarvoor leidden ze een zwervend bestaan in panden aan de Zuiddijk, het Kattegat, het Stuurmanspad, het Sint Catherijnepad en de Damstraat.


Bekende namen onder voormalige leden, zijn die van Klaas Bood, Han Pos, Jacob Honig en Gerard Boot


    Uit de analen van de Zaansche Schilderskring, deel 3

    Ursulien Bakkum


De Schilderskring in de tweede wereldoorlog


In het jaar 1940 lukt het niet meer om de zaalhuur te betalen. De vereniging zit op zwart zaad! De tweede
wereldoorlog is begonnen. Enkele leden moeten in dienst, er zijn verschillende bedankjes. Is dit het einde van de
Schilderskring?”


De verhuizing 


De Heer Aart Roos schrijft:


“Neen! Einde is het niet, de club leeft. Het gaat evengoed voort. Via De Zaanlander houden we contact met elkaar.

Maar op 3 juni staan we voor een voldongen feit: ons gebouwtje wordt verhuurd aan juffrouw Loon. Dat wordt

‘inpakken en wegwezen.” 


Zoektocht 


Daarmee begint ook de jarenlange zoektocht van de schilderskring naar atelierruimte. In 1940 mogen ze hun ezels opzetten in de verwaarloosde molen ‘de Oranjeboom’ aan de Nauernasche Vaart, maar in de volgende winter valt de molen ten prooi aan de brandstofbehoefte van de fabriek Molenaars Kindermeel.

Het enige wat van het molenatelier overblijft is een schilderijtje van het interieur door de heer de Ruyter.

Uitgereikt aan de vertrekkende voorzitter Kees Heinis.



Aart Roos schrijft verder, meer dan 100 bladzijden later :


Zo is dan de club ‘dood’ geweest in verschillende jaren? Neen, de schilderskring is nog springlevend!

In 1942 werd te Zaandam een tentoonstelling van ons werk geopend. De eerste dus in deze Zaangemeente.

Aan de voorbereiding heeft heel wat werk gezeten. Allereerst moest een geschikte zaal gevonden worden en dat viel werkelijk niet mee. Een goede plaats is in Zaandam niet. Wel heele dure zalen, maar daar konden we natuurlijk niet aan beginnen.


In Wormerveer waren we nog op Het Eigen Gebouw af geweest, maar ook dat was te prijzig. Totdat onze voorzitter wat op gevonden bleek te hebben in de vorm van het AJC-gebouw aan de Klaas Katerstraat te Zaandam.

Dit zaaltje bleek niet slecht en de prijs viel best mee. Na geruime tijd verkregen we een vergunning en konden de werkzaamheden een aanvang nemen. Ons lid Scholte ging er met een groote bakfiets op uit om diverse werken bij de leden op te halen.





Dankzij de muziekvereniging Voorwaarts, toneelvereniging Kunst Veredelt en de speeltuinvereniging Het Zuiden konden we de zaal heel mooi inrichten met kleeden en tafels zodat onze voorzitter de tentoonstelling kon openen.

Ook over de publieke belangstelling kunnen we tevreden zijn.  Het verloten van een schilderij wat bij elke vorige tentoonstelling een attractie vormde werd thans achter wege gelaten , evenals het heffen van entree. De financiële strop hiervan werd echter ruim gedekt door de giften bus die

behoorlijk vol kwam .

Al met al werd deze expositie een aardig succes en een woord van dank past zeker voor de pers die door mooie artikelen tot het slagen van onze tentoonstelling belangrijk bijdroeg.

Dankzij de muziekvereniging Voorwaarts, toneelvereniging Kunst Veredelt en de speeltuinvereniging Het Zuiden konden we de zaal heel mooi inrichten met kleeden en tafels zodat onze voorzitter de tentoonstelling kon openen.

Ook over de publieke belangstelling kunnen we tevreden zijn.  Het verloten van een schilderij wat bij elke vorige tentoonstelling een attractie vormde werd thans achter wege gelaten , evenals het heffen van entree. De financiële strop hiervan werd echter ruim gedekt door de giften bus die behoorlijk vol kwam .


Al met al werd deze expositie een aardig succes en een woord van dank past zeker voor de pers die door mooie artikelen tot het slagen van onze tentoonstelling belangrijk bijdroeg.


Na de oorlog in 1946, hebben we eerst, onder grote belangstelling,  een tentoonstelling georganiseerd in Zaandam, waarin we ons oorlogswerk presenteerden. Dat was in de Meufa, de voormalige meubelfabriek op het gasterrein in samenwerking met de Zaanse Gemeenschap. In de Zaanlander gaf de bekende schilder Frans Mars commentaar over de kwaliteit van het getoonde werk. 


Forse kritiek van Frans Mars



 

“Zwakkere probeersels weren. Niet alleen elkaars opinie geven, niet alleen de maker beslist, zo kom je nooit opeen hoger plan. 

Opstelling maakt rommelige indruk, werk kris kras door elkaar. In de blinde rondgestrooid.  

De aquarellen van G. de Ruyter waren gelukkig wel het aanzien waard. S. Kaper hield zich bezig met verdieping in bezinning, maar was te oppervlakkig. 

Tentij was op zijn best in stillevens. Deudekom was te hard van kleur, maar zijn schemerlamp was verdienstelijk. De tekeningen op de tafels waren daarentegen zeer het aanzien waard.” 

Na deze tentoonstelling was, ondanks de grote belangstelling, het jaarsaldo van de Schilderskring geslonken tot fl. 5,21. 

  

Hier eindigt het handgeschreven relaas van de trouwe secretaris op 6 januari 1949, niet voor niets met het gezegde:‘ l’ Union fait la force’, oftewel Eendracht maakt Macht. 


Vervolgens huisden we op verschillende plaatsen.

Een zolder in de Stationsstraatschool in Zaandam, een boerderij aan het Stuurmanspad, een pand aan het Kattegat,

een kelder aan de Zuiddijk, een ruimte aan het Krimp, bij de leden thuis, de voormalige politiepost aan de

Museumlaan in Koog aan de Zaan en nu in de Groene Bark aan de Vlielandstraat in Zaandam.

Het aantal leden is rond de 50 en de tentoonstellingen vinden plaats met Kerstmis in het Weefhuis. 


      Schilder Evert Kabel, de vader van Jakko aan het werk






























Share by: